Het Ossekampen Grasland Experiment, een uniek proefveld
De NVWV bestaat dit jaar 60 jaar, dat is een mooie mijlpaal om aandacht aan te besteden. De vereniging is opgericht in een periode waarin het belang van onderzoek, onderwijs en voorlichting over verbeteren van beheer en gebruik van grasland en voedergewassen volop in de belangstelling stond. In diezelfde tijd (1958) is in Wageningen een proefveld aangelegd om de effecten van bemesting en gebruik (maaien en weiden) op de ontwikkeling van productie en botanische samenstelling gedurende een langere reeks van jaren te volgen. Dat proefveld, het ‘Ossekampen Grasland Experiment’, bestaat inmiddels al ruim 60 jaar en blijkt nog steeds een waardevolle bron om (nieuwe) vragen rond bodem-C, biodiversiteit en milieu te beantwoorden.
Ik denk dat velen van jullie het proefveld wel eens bezocht zullen hebben. Ik zelf kwam er in mei 1974 voor het eerst tijdens een graslandbotanie practicum o.l.v. Jan Neuteboom en Koop Wind. Toen ik in 1995 bij ABDLO ging werken, kwam ik weer in aanraking met dit proefveld. Sindsdien is het één van de meest boeiende onderdelen van mijn werk geworden.
In de jaren na de Tweede Wereldoorlog veranderde de landbouw in Nederland snel. Verkaveling, ontwatering en bemesting zorgden voor productieverhoging en schaalvergroting. Extensieve graslanden werden verbeterd en heringezaaid. Twee vooraanstaande Wageningse graslandonderzoekers – prof. dr. DM de Vries en prof. dr. ir. M.L ’t Hart – realiseerden zich dat de verscheidenheid aan semi-natuurlijke graslandtypen door deze ontwikkelingen snel zou verminderen. Ze namen het initiatief om een graslandecologisch experiment aan te leggen op een perceel zeer oud en weinig bemest grasland van proefboerderij De Ossekampen, naar voorbeeld van het toen al 100 jaar oude ‘Park Grass Experiment’ in Rothamsted (UK). In het Ossekampen Grasland Experimment werden de effecten onderzocht van beweiden in combinatie met een lichtte bemesting en maaien in combinatie met zware bemesting, waarbij diverse nutriënten (N, P, K en Ca) zowel afzonderlijk als in combinatie werden toegediend.
Rondleiding tijdens een symposium in 2008 bij het 50-jarig bestaan van het Ossekampen Grasland
Experiment
In 60 jaar tijd zijn tussen de verschillende behandelingen grote verschillen ontstaan in bodemvruchtbaarheid, productie, botanische samenstelling en soortenrijkdom. Niet alleen bovengronds zijn de verschillen tussen de behandelingen groot, ook in bodemfauna zien we een aanzienlijke variatie tussen
de behandelingen. Na al die jaren blijkt er nog voortdurend dynamiek en ontwikkeling op te treden. Door de lange waarnemingsreeks biedt het experiment een unieke dataset om ecologische processen te analyseren, de data worden daar dan ook nog regelmatig voor gebruikt. Binnenkort zal door een groep o.l.v. Frank
Berendse een artikel gepubliceerd worden waarin met gegevens van het Ossekampen Grasland Experiment de effecten van N-depositie op de soortenrijkdom van grasland zijn onderzocht. We zagen dat in de beginjaren door toename van de N-depositie de soortenrijkdom verminderde. Nadat midden tachtiger jaren. maatregelen werden getroffen om de N-depositie te verminderen, nam de soortenrijkdom weer toe.
Verschillen in botanische samenstelling met van links naar rechts: onbemeste controle, bekalking, alleen N, PK en NPK bemesting
Ik ben zelf sinds 2020 met pensioen, maar mijn collega’s bij Wageningen Plant: Rob Geerts, René Schils en Conny Bufe, willen graag meer vertellen over dit unieke grasland experiment en de mogelijkheden om daar onderzoek te doen, de data te gebruiken of om een excursie te plannen.
Omdat ik jarenlang veel projecten in de Achterhoek heb gedaan, werd ik bij mijn pensionering door collega’s uit de Achterhoek, zoals Rob Geerts, uitbundig uitgezwaaid.
Zelf ook input voor op onze site? stuur dan jou artikel in naar info@nvwv.nl